You are here: Home » Chapter 29 » Verse 32 » Translation
Sura 29
Aya 32
32
قالَ إِنَّ فيها لوطًا ۚ قالوا نَحنُ أَعلَمُ بِمَن فيها ۖ لَنُنَجِّيَنَّهُ وَأَهلَهُ إِلَّا امرَأَتَهُ كانَت مِنَ الغابِرينَ

Fred Leemhuis

Hij zei: "Maar Loet is daar!" Zij zeiden: "Wij weten het best wie daar zijn. Wij zullen hem en zijn familie redden, behalve zijn vrouw; zij behoort tot hen die achterblijven."